Audio instellingen
Je kan instellen of je de luidspreker en microfoon van eindapparaat of een aangesloten headset wilt gebruiken om te bellen. Je kan kiezen hoe een inkomend gesprek wordt gesignaleerd en ringtones voor gesprekken selecteren.
Je specificeert als volgt de audio-instellingen
1 Klik op "Instellingen" in het menu.
2 Selecteer "Audio-instellingen".
Microfoon
Geef aan welke microfoon je wil gebruiken voor het voeren van gesprekken.
Echo-test starten
Klik op "start echotest" om de audiouitgang te testen.
Sprekers
Geef aan welke luidspreker je wil gebruiken voor het voeren van gesprekken.
Headset bediening
Geef aan of je headset bediening wilt gebruiken en welke headset bediening je wilt gebruiken. Zie
Een headset gebruiken voor meer informatie over het gebruik van een headset.
Ringing
Geef het apparaat op voor de uitvoer van de beltoon.
3 Gebruik de schuifregelaar om het gewenste volume voor elk in te stellen.
4 Klik op "Opslaan".
Jouw instellingen worden opgeslagen.
| Als je een headset gebruikt, selecteer dan onder Rinkelen „Communications" | "<Headset type>" als je de beltoon via jouw headset wilt horen, , zie ook Een headset gebruiken. |
Je stelt als volgt ringtones in
1 Klik op "Instellingen" in het menu.
2 Selecteer "Audio-instellingen".
3 Activeer de beltoon door te kiezen voor Belsignaal softphone.
4 Specificeer de gewenste ringtone in de respectievelijke vervolgkeuzelijst.
Interne oproep
Externe oproep
Tweede oproep
5 Deactiveer desgewenst de optie Toetsenblok geluid als je het geluid van het toetsenblok wilt dempen.
6 Klik op "Opslaan".
Jouw instellingen worden opgeslagen.
Last modified date: 11.03.2023
